Bij de ziekte van Parkinson wordt er te weinig dopamine in de hersenen aangemaakt. Dopamine zorgt voor de communicatie tussen de hersencellen. Een tekort aan dopamine kan problemen geven bij dagelijkse activiteiten zoals lopen, omdraaien in bed maar bijvoorbeeld ook bij het praten en slikken. Verder kunnen er geheugenstoornissen, slaapproblemen, depressies, concentratieproblemen en persoonlijkheidsveranderingen optreden.